Over dingen die in het donker liggen en misschien wel een stukje meer vrijheid kunnen geven, als je ze toe zou laten.

by RenskeReniers

De meesten van ons zijn bang voor het donker of in het donker. Hoeveel kinderen ken jij niet die denken dat er monsters onder hun bed liggen? Hoe was dat bij jou vroeger? Of misschien herken je dat nog steeds wel dat je donkere plekken het liefst vermijd? Of misschien is het andersom: ken je het donker maar al te goed, voelt dat warm en veilig?

Wat is het donker?

Het donker zijn volgens mij letterlijk ‘plekken’ die (nog) geen licht hebben gezien. En vaak is dat donker dat je met je meedraagt, niet eens van jou: maar bestaat dat uit alle overtuigingen die jij van je ouders hebt meegekregen toen je naar deze wereld kwam. In dat donker ligt heel veel, daar vertel ik je zo over.

Wat ligt daar in het donker?

Vaak liggen daar dingen waarvan we onbewust zijn gaan geloven dat ze er niet mochten zijn. Had jij bijvoorbeeld ouders waarbij gevoelens en emoties al snel als te veel of moeilijk werden gezien? Grote kans dat elke keer als jij wordt overspoeld door emoties, je in een innerlijk gevecht komt. Want een deel van jou is ervan overtuigd dat die emoties en gevoelens er niet mogen zijn. En alles wat er niet mag of kan, of heeft kunnen zijn, vertrekt naar het donker, stoppen we weg…

Of misschien vonden je ouders het moeilijk om met jouw levendigheid en spontaniteit om te gaan en ben je ergens onderweg gaan geloven dat je verlangens er niet helemaal mochten zijn en loop je daar telkens tegenaan.

Of misschien zag jij als kind al wel ‘dingen’ of ‘wist jij dingen’, had je een bepaalde fijngevoeligheid die niet helemaal welkom was waardoor het opnieuw in het donker ligt?

Of misschien wel de andere kant: jouw ouders waren zelf van ‘doe maar normaal’, ‘zoals het hoort’, ‘ben maar niet te luid, want dadelijk denken de buren dat…’ en daardoor liggen jouw dromen en verlangens in het donker, weet je eigenlijk niet zo goed wie jij zelf bent.

Als iets er dus niet mag zijn, van onszelf, van onze ouders/opvoeders, van iets dat we zien in de wereld óf als we daarin niet bevestigd of gezien zijn, dan worden we er bang van. Dan maken we er monsters van die we soms een heel leven lang met ons meedragen. En dat is eigenlijk ook heel logisch. Dan gaat zo’n verhaal of monster een eigen leven leiden, maken we het onbewust heel groot (dat doet angst namelijk, die heeft als functie om ons ‘te beschermen’ – ook al werkt dat nu al jaren tegen ons, in plaats van voor ons).

Waarom ik zie dat juist dit een groot probleem en uitnodiging vormt? Omdat er collectief een taboe rust op schaduwwerk (zo heet dat, als je dingen uit het donker gaat halen): dat vinden we spannend en eng en moeilijk: we willen graag lichte, leuke gevoelens en dat groei makkelijk is, daar worden we mee doodgegooid> we willen te snel naar het eindresultaat (en dat mag) maar dan slaan we wezenlijke stappen over die ons blijven achtervolgen. En we vinden het aan de andere kant ook wel heel fijn om ‘klein’ te blijven; bij dat wat we kennen.

ik ben zelf heel lang in het donker blijven hangen, omdat ik me zo ongelofelijk schaamde en niet wist bij wie ik terecht kon – iemand bij wie ik me veilig voelde (= iemand die dit werk belichaamt voor mij) gezien én die me tegelijkertijd vertrouwen gaf dat het anders kon. Ik kan ook zien dat dit een waardevol onderdeel is geweest van mijn proces: het dwong en dwingt me telkens naar binnen en vaak voelde het alsof ik in een spiegeltent van de kermis liep: overal waar ik kwam leek ik te worden geconfronteerd met (delen van) mezelf. weer later , besef ik nu, wilde ik te graag naar het licht en belangrijke stappen overslaan, waardoor die monsters nog groter leken, snap je;)?

Wellicht zijn alle draken in ons leven
Uiteindelijk prinsessen
Die er in angst en beven slechts naar haken
Ons eenmaal dapper en schoon te zien ontwaken.

Wellicht is alles wat er aan verschrikking leeft
In diepste wezen wel niets anders dan iets
Wat onze liefde nodig heeft.

Rainer Maria Rilke

Het mooie is: we kennen allemaal donker én we kennen allemaal licht.

Hoe ik het donker zie: gewonde delen. Kleine innerlijke kindjes die ergens in ons leven van alles hebben besloten: dit mag niet (ik mag niet boos zijn, ik mag niet veel zijn, ik mag niet onaardig zijn, ik mag niet luid zijn, ik mag niet stil zijn, ik moet zorgen, ik moet helpen, ik moet het goed doen) die liefde en aandacht nodig hebben, zodat het veilig voelt om uit het donker te komen.

Wat daarvoor nodig is?

Dat je je veilig leert voelen. Dat al je emoties en gevoelens en gedachten welkom zijn (allereerst bij jezelf).

Wat als de mate van innerlijke veiligheid bepaalt hoe vrij je je voelt, hoe vrij voel jij je dan?

Mijn allerbeste tips (ik ga er vanuit dat je begrijpt dat dit geen stappenplan is;)

>> als je werkelijk wilt groeien, ontkom je er niet aan om langs deze donkere delen te komen

>> wees radicaal eerlijk naar jezelf, ga op zelfonderzoek uit: waar voel ik me (on) veilig? Wat doe ik dan (niet)? Wat zijn mijn diepste verlangens?

>> zoek iemand met wie je dit kan onderzoeken, alleen kom je een eindje, samen kom je echt verder en bovendien, je herkent je schaduwen in contact met anderen

>> kom in je lijf en wees bereid om jezelf vanuit een soort helikoptertje te bekijken: wat voel ik? Wat doe ik? Hoe reageer ik? Hoe wil ik reageren? Waar ben ik bang voor, vind ik spannend?

Je kan het,

in liefde,

Renske

Als je hier dieper mee aan de slag wilt, mijn werkboek Ontmoet je innerlijke kinderen en verwelkom je dappere, wijze zelf is wellicht een hele mooie eerste stap.

Ook kunnen mijn 11 video’s om de relatie met jezelf te verdiepen je uitnodigen.

Als je durft: er zijn nog een aantal plekken vrij voor een massage, of je kan je inschrijven op de wachtlijst om 1.1 met mij te werken.